Installeren roetfilters/katalysatoren

Verwijdering van het oude emissieapparaat
1. Voordat u een nieuw emissieapparaat monteert, achterhaal de oorzaak van het defect van het vorige apparaat. Controleer het ontstekingssysteem als het emissieapparaat gesmolten was. Repareer of vervang de benodigde onderdelen.
2. Koppel de accu los.
3. Hef het voertuig veilig op om toegang te krijgen tot het emissieapparaat.
4. Koppel de aansluitingen van de zuurstofsensoren, drukleidingen, temperatuursensoren en de NOX-sensor veilig los.
5. Schroef het emissieapparaat los van de verbindingspijpen of flenzen.
6. Verwijder het oude emissieapparaat uit het voertuig.


Installatie van het vervangende emissieapparaat
1. Reinig de verbindingspijpen en flenzen om een lekvrije aansluiting op het nieuwe emissieapparaat te garanderen.
2. Vervanging van pakkingen, sensoren en injectoren (SCR-katalysator) is noodzakelijk. Het wordt sterk aanbevolen om de sensoren op het emissieapparaat te monteren voordat u het in het uitlaatsysteem monteert om lekvrije aansluitingen te verzekeren.
3. Monteer het nieuwe emissieapparaat met de nieuwe sensoren in de juiste stroomrichting. Controleer en zorg ervoor dat er geen interferentie is met het chassis of andere carrosseriedelen.
4. Bevestig het emissieapparaat aan de verbindingspijpen of flenzen. Begin met de aansluiting aan de motorzijde, vervolgens de beugels, en tot slot de achterste verbindingspijp.
5. Laat het voertuig zakken en sluit de accu opnieuw aan.
6. Start het voertuig, maak een testrit en controleer vervolgens het uitlaatsysteem op lekkages. Herhaal deze controle na 1000 km.

Mechanische schade, gebrek aan:
• garantiekaart (chassisnummer, kilometerstand van de auto tijdens montage, kilometerstand van de auto bij demontage, naam van de werkplaats);
• aankoopbewijs van het product (factuur);
• aankoopbewijs van sensoren en injectoren, wat kan leiden tot afwijzing van de klacht.
Indien boven genoemde documenten niet worden aangeleverd worden klachten niet in behandeling genomen.